9789033131547

5 Sara van der Mast De weg die tot het leven leidt geestelijke overdenkingen r DEN HERTOG - HOUTEN

6

7 Inleiding en verantwoording In de zeventiende eeuw kregen enkele schrijvende vrouwen in de kringen van deNadereReformatie een zekere bekendheid. Naast Anna Maria van Schurman denken we aan Sara Nevius, de vrouw van Wilhelmus à Brakel. Deze Rotterdamse predikant gaf na haar dood een geschriftje van haar hand uit onder de titel Een aandachtig leerling van de Heere Jezus (1706). Maar al vele jaren daarvoor, in 1657, had Franciscus Ridderus, eveneens in Rotterdam, hetzelfde gedaan door de uitgave van een boekje, dat hij als blijk van herinnering samenstelde uit de nagelaten geschriften van zijn jong overleden vrouw Sara van der Mast. Dat boekje verscheen onder Ridderus’ eigen naam met als titel Francisci Ridderi onlangs godtsaelighe, en nu zalige Sara, voorgestelt aen de dochteren Zions van Rotterdam. Sara van der Mast was de eerste vrouw van Frans de Ridder, die zich als jonge predikant naar de gewoonte van die tijd tooide met de naam Franciscus Ridderus. Hij diende vanaf 1644 de gemeente van Schermerhorn, en vanaf 19 januari 1649 die inDen Briel. Enkeleweken later, op 3 februari van datzelfde jaar, trad de 28-jarige predikant met zijn even oude bruid in het huwelijk te Delft, de geboorte- en woonplaats van Sara. Zij was op 20 oktober 1620 geboren uit ouders die behoorden tot voorname Delftse kringen.

8 Het huwelijksgeluk van Franciscus en Sara heeft helaas maar kort geduurd, want al na acht maanden overleed Sara op bijna 29-jarige leeftijd. We weten de oorzaak en ook de datum van haar sterfdag niet precies, maar ze werd op 10 oktober 1649 te Den Briel begraven. Franciscus bleef als jonge weduwnaar achter. Twee jaar later hertrouwde hij, eveneens in Den Briel, maar na enkele jarenontviel ook zijn tweede vrouwhemdoor de dood. Hij hertrouwde opnieuw in Rotterdam, waar hij sinds 1656 predikant was geworden. Zijn derde vrouw heeft hem overleefd. In Rotterdam heeft Ridderus acht jaar na de dood van zijn eerste vrouwSara haar handgeschreven schriftelijke nalatenschap uitgegeven. Dat heeft hij ongetwijfeld bedoeld als een eerbetoon aan haar, en tegelijk wilde hij de jonge vrouwen in zijn gemeente te Rotterdam erdoor stichten.De ordenende hand vanRidderus blijkt duidelijk uit de samenstelling van dit boekje. Hij heeft namelijk het beste uitgezocht uit de nalatenschap die hij in het kabinet van zijn geliefde aantrof. Zo heeft hij in een aantal meest korte stukjes een lezenswaardige bloemlezing voor het nageslacht nagelaten. Hij trof zielsontboezemingen aan in de vormvan de zogenaamde soliloquia, dus alleenspraken gericht aan haar eigen ziel; hij zag brieven aan een geestelijke vriendin, vanwie we helaas de naam niet weten; en ten slotte ontdekte hij ook geestelijke overdenkingen van haar hand, die eigenlijk maar weinig van de eerste categorie verschillen, maar wel een meer algemene adressering krijgen. Ridderus heeft steeds de meest sprekende fragmenten opgenomen uit de geschriftjes die hij aantrof. Het

9 boekje dat hij samenstelde, bestaat dan ook uit drie gedeelten: Zielsontboezemingen, vervolgens Brieven en ten slotte een aantal Geestelijke overdenkingen. Slechts een enkele keer is in de tweede afdeling een volledige brief opgenomen. Ridderus heeft het lezen van het boekje nog extra aantrekkelijk gemaakt door elk stukje af te sluitenmet een gedichtje van zijn hand, dat tegelijk een puntige samenvatting is. In welke jaren Sara schriftelijk actief was, is niet helemaal bekend, maar gezien de inhoud ervan moet ze wel de volwassen leeftijd bereikt hebben. Eenmaal deelt ze mee dat ze 25 jaar was op het moment van schrijven, dat was dus drie jaar voor haar huwelijk. Zij spreekt niet over een plotselinge omkeer in haar leven, maar uit alles wordt duidelijk dat ze waarschijnlijk van jongs af de Heere vreesde. Het ging Sara in alles wat zij schreef om de weg die tot het ware leven met God leidt. Ze klaagt tegen zichzelf of tegen haar vriendin over verhinderingen, maar is ook verheugd als ze mag ervaren op die weg te vorderen. Ze legt daarbij sterk de nadruk op een heilig leven, dicht bij de Heere, op weg naar haar Bruidegom, de Heere Jezus. Dit boekje wordt nu opnieuw hertaald uitgegeven als De weg die tot het leven leidt. Deze titel geeft precies weer wat de inhoud is. Het is een boekje om in een stil moment ter hand te nemen. Bij deze hertaling heb ik gebruikgemaakt van de eerste druk uit 1657. De gegevens daarover treft u aan op de titelpagina van de oorspronkelijke uitgave, die in dit

10 boekje is opgenomen. De tweede druk uit 1715 heb ik eveneens geraadpleegd als de oorspronkelijke uitgave door bijvoorbeeld een drukfout wat duister bleef. De oorspronkelijke uitgave heeft na enkele zogenaamde drempelgedichten van Ridderus zelf en van zijn vriend Simon Simonides een uitvoerige inleiding. Ook deze inleiding is van de hand van Ridderus. Hij zegt wel het een en ander over Sara, maar biografische gegevens ontbreken vrijwel geheel. Naar mijn gewoonte heb ik noten toegevoegd om het oorspronkelijke woord weer te geven. Dat Sara een goede schoolopleiding heeft gekregen,wordt duidelijk uit de door haar gehanteerde woordkeus. In de kantlijn van beide oude uitgaven staan behoorlijk wat verwijzingen naar een Bijbelgedeelte. Die heb ik eveneens in de voetnoten ondergebracht. Voor de biografische gegevens heb ik gebruikgemaakt van een bijdrage vanH.J. Postema over Franciscus Ridderus in de Encyclopedie van de Nadere Reformatie, deel 2. De heer Postema heeft in 2003 het nu herschreven boekje bij uitgeverij Snoek in Ermelo na enkele eeuwen opnieuw laten verschijnen. Daarin schreef hij een boeiende inleidingwaaruit ik de biografische gegevens over Ridderus en over zijn eerste vrouw Sara van der Mast met dankbaarheid heb overgenomen. Van harte hoop ik dat dit boekje zijn weg mag vinden als een bescheiden gids op de weg die tot het leven in Christus leidt. C. Bregman, februari 2022

11 Deel 1 De ziel in gesprek met God

12

13 – 1 – Gebrek aan vreugde in God Ach, Heere, wat is er toch met mij? Waar ontbreekt het me aan, wat mis ik, Heere, dat ik zo weinig vreugde inUheb? Owerelds hart, o vergif van de zonde! O, helse neiging1 die mij alle smaak ontneemt en mij berooft van alles wat ik niet kan ruiken, smaken, horen, zien en gevoelen van de vreugde en troost2 die inU,mijn God, te vinden is – in U Die toch alles in allen is. Wat is er met me aan de hand dat ik nog langer blijf hangen aan het schepsel en U vergeet, de Schepper en Fontein van heil en alles wat wenselijk is! Bent U, o goede God, niet veel beter dan gezondheid, rijkdom, eer en glorie, vrede, vreugde en leven? Al deze dingen zijn immers maar kleine sprankjes3 van het wonderbare licht dat bij U te vinden is! Dit is toch de waarheid, dit staat toch vast! Ja, het staat méér vast dan de hemelkoepel. Maar wat is er danmet mij,Heere, wat beheerst mij dat ik niet méér naar U verlang en U niet méér zoek? Wat zal ik er nog meer van zeggen, Heere? U ziet mijn hart en kent de lelijke gestalte ervan. U vindt het heel erg, o mijn God, dat het er zo met mij voorstaat. En door Uw genade vind ik het zelf ook erg. 1. humeur 2. solaes 3. druppelkens

14 Neem het me niet al te kwalijk4, o Heere, maar wilt U het toch veranderen. Weest U, o mijn God, voor mijn ziel toch méér dan al die door mij beminde zonden. Heere, vergeef mijn overtredingen met een eeuwige vergeving. Vergeet ze toch voor eeuwig en altijd!5 O, mijn God, U bent al te rein van ogen6 dat U in zo’n onrein hart als het mijne behagen kunt scheppen.Maar, Heere, drijf dan alle kopers en verkopers uit de tempel van mijn hart7, en maak het tot een heilig huis voor Jezus Christus. Amen. Wie is de beste op de aard’? Die niets dan zijn God houdt in waard’. 4. Leght het my doch niet te laste 5. met een eeuwige vergetinge 6. Hab. 1:13 7. Joh. 2:15

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==